Onlangs is er een onderzoek bekend geworden van een Engelse onderzoekster. Zij stelde vast dat peuters heel goed hun eigen maaltijden kunnen samenstellen. Betekent dat dat we zomaar alles aan een peuter moeten geven en hem zelf laten kiezen? Nee, maar het helpt misschien wel om de gevechten aan de eettafel te verminderen.
Het onderzoek
In het onderzoek werd er eten verstrekt aan peuters van mensen die zich hadden aangemeld voor het programma. De kinderen mochten gedurende enkele maanden gratis eten en het onderzoek werd aangeboden aan een doelgroep waarvan het inkomen laag was. De deelnemende ouders waren maar wat blij dat hun kind gratis mocht eten en de kinderen konden volledig worden onderzocht. Tijdens elke maaltijd werd een breed scala aan voedingsmiddelen aangeboden uit de schijf van vijf. De kinderen mochten vrij kiezen wat ze wilden eten en ze bleken duidelijke voorkeuren te hebben. Het ene kind was dol op aardappels, het andere kind at gedurende het hele onderzoek geen vlees enzovoorts. Aan het eind van het onderzoek werden de kinderen gewogen, gemeten en werden de waardes van allerlei stoffen gemeten. Het resultaat: hoewel de kinderen heel verschillende en soms eenzijdige keuzes hadden gemaakt, waren ze net zo goed gevoed en hadden ze dezelfde balans in voedingsstoffen in hun lichaam.
Moeten we kinderen zomaar alles laten eten?
Het onderzoek lijkt aan te geven dat kinderen heel goed zelf kunnen bepalen wat voor hen belangrijk is. Er is natuurlijk wel een heel groot bezwaar: wat de kinderen konden kiezen, was wel van tevoren vastgesteld. Alleen items die als gezond waren bestempelt en voorkwamen in de schijf van vijf, werden aangeboden. De kinderen aten dus altijd gezond, wat ze ook kozen. Toch heeft het onderzoek duidelijk waarde. Want hoewel wij als ouders moeten bepalen wat het kind aangeboden krijgt, blijkt uit het onderzoek wel dat een kind de verdeling zelf kan bepalen. Als je kind dus ineens alleen aardappels wil eten en het vlees laat staan, hoeft dat geen probleem te zijn. Het kan gewoon betekenen dat je kind die voedingsstoffen niet nodig heeft. De kern van het onderzoek lijkt te zijn dat we kinderen niet vrijlaten bij het kiezen welk eten ze eten, maar wel bij het kiezen hoeveel ze van alles eten.
De voordelen van het onderzoek
Dit onderzoek heeft zeker voordelen, al is het misschien minder eenduidig dan we graag zouden willen. Maar het geeft wel aan dat we ons niet zo druk hoeven te maken over de richtlijnen van het voedingscentrum met de strakke regels. Het maakt in de praktijk niet uit of je kind twee opscheplepels groente eet plus een lepel aardappelen en een stukje vlees. Wanneer jij het kind eten aanbiedt, zal het zelf bepalen hoeveel het daarvan nodig heeft. Zolang jij je kind niet overmatig verwend met lekkere hapjes tussen de maaltijden door, zal je kind zelf zorgen dat hij of zij voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kan je heel veel voedselgevechten aan tafel besparen. Je kind zal zichzelf ook nooit verhongeren, dus zelfs als er vandaag weinig wordt gegeten, zal er morgen wel weer wat meer worden genuttigd.
Al met al heeft het onderzoek vooral als voordeel dat we wat meer ontspannen met eten kunnen omgaan. Peuters kunnen heel moeilijke eters zijn, maar ze zullen altijd zorgen dat ze voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. En dat is weer een hele geruststelling voor bezorgde ouders!