Ten laatste op 11 juli 2019 moet jouw digitale aangifte ingediend zijn. Voor wie zijn aangifte nog steeds op papier invult, komt de deadline ruim 2 weken vroeger. Met de naderende deadline in het vooruitzicht, is het belangrijk om jouw zaakjes al op orde te maken. Wat het loon betreft, biedt de belastingfiche 281.10 natuurlijk redding. Maar er zijn ook inkomsten die moeilijker aan te geven zijn. Jouw cryptowinsten vormen daar een mooi voorbeeld van. Daarom leg ik in dit artikel een en ander uit. Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen professionele cryptobeleggers, speculanten en zij die hun privévermogen “normaal beheren”.
Ben je een professionele cryptobelegger?
Dit is de eerste vraag die de fiscus zich zal stellen. Wanneer je een professionele trader bent en van het handelen jouw beroep hebt gemaakt, dan zijn jouw inkomsten immers beroepsinkomsten. Zij moeten als dusdanig worden aangegeven. Wel hoef je geen rekening te houden met btw, daar het Europees Hof van Justitie heeft aangegeven dat Bitcoins een wettig betaalmiddel zijn. Overigens mag je niet vergeten dat je in dit geval niet alleen jouw winsten als beroepsinkomst moet aangeven, maar dat je daar ook jouw kosten van mag aftrekken. Als zelfstandige in bijberoep kan je zo jouw belastbaar inkomen verkleinen.
Fiscaal interessant is en blijft het echter niet want als je ook nog eens bijdragen voor de Sociale Zekerheid moet ophoesten, verlies je al snel meer dan 50% van jouw winst (e.e.a. is natuurlijk afhankelijk van de desbetreffende belastingschijven).
Beheer je jouw privévermogen als een goede huisvader (en kan je dat bewijzen)?
Wanneer het gaat om een normaal beheer van jouw vermogen en je dus geen fulltime job maakt van het investeren in cryptomunten, dan ben je voor de fiscus een beheerder van jouw privévermogen. In zo’n geval hoef je geen personenbelasting te betalen op jouw winsten. De fiscus toetst dit wel aan het zogenoemde beginsel van de goede huisvader. Je mag met andere woorden niet inspelen op stevige prijsschommelingen en je mag niet al te veel risico’s nemen, want dat zou een normale beheerder of een goede huisvader nu eenmaal niet doen.
De vraag is echter in welke mate de fiscus accepteert dat het investeren in cryptomunten, wat toch als erg risicovol wordt aanzien, überhaupt een normaal beheer van het privévermogen kan behelzen. Dat staat overigens ook te lezen in een advies van de DVB (pdf): de fiscus neemt standaard aan dat de handel in cryptomunten speculatief van aard is en dat de inkomsten dus het normale beheer te boven gaan. Lees: je bent een speculant, tenzij je het tegendeel kan bewijzen. En zo heeft de fiscus de bewijslast verschoven.
Gaat het om speculatiewinsten?
Indien jouw beleggingen het normale beheer van het privévermogen te boven gaan, bijvoorbeeld door ernstige risico’s te nemen, ben je niet vrijgesteld en moet je de inkomsten wel aangeven. En dan rekent de fiscus goed door, want dan worden jouw winsten aan het tarief van 33% belast.
Zoals eerder gezegd lijkt de fiscus maar moeilijk tegenargumenten te accepteren. In een recente zaak had een student bijvoorbeeld nog zelf een algoritme ontworpen dat voor hem Bitcoins verhandelde. Hierdoor nam het risico ernstig af, haalde de student althans aan. De fiscus volgde die redenering echter niet en legde alsnog een 33%-aanslag voor. Het klopt dat steeds meer mensen robots zoals Bitcoin Profit betrouwbaar vinden, maar toch lijken ook zij maar moeilijk van de 33%-aanslag te kunnen ontsnappen.
Samengevat
Zie je door de bomen het bos niet meer? In fiscaal België is dat lang niet ongewoon. Onderstaande flowchart plaatst de regels daarom nog even op een rijtje.
