DELEN

De wet verenigingswerk maakt het voor stichtingen en vzw’s mogelijk om zogenoemde verenigingswerkers in te schakelen. Dergelijke verenigingswerkers verschillen van vrijwilligers door de onbelaste verenigingswerk vergoeding die ze op kunnen strijken. Toch staat ook het maatschappelijk doel bij hen centraal.

Wat is verenigingswerk?

Verenigingswerkers zijn voorbehouden voor stichtingen en vzw’s en dat heeft alles te maken met het maatschappelijk doel dat bij verenigingswerk centraal staat. Dat maatschappelijk doel komt immers op de eerste plaats te staan, hoewel het wel degelijk mogelijk is om een beperkte verenigingswerk vergoeding toe te kennen. Deze verenigingswerk vergoeding is uitgebreider dan de (forfaitaire) onkostenvergoeding die we van het vrijwilligerswerk kennen. Het gaat met andere woorden om een vorm van semi-agorale arbeid dat zich tussen het vrijwilligerswerk en de arbeidsovereenkomst bevindt.

Wie kan verenigingswerk verrichten?

Net omdat er een verdienelement aanwezig is, kan niet zomaar iedereen verenigingswerk verrichten. We spreken immers van “bijverdienen” en dus moet er al een hoofdzakelijk verdienelement bestaan. De wet verenigingswerk maakt het voor drie groepen personen mogelijk:

  • Zelfstandigen in hoofdberoep, op voorwaarde dat het niet in het verlengde ligt van de zelfstandige activiteiten;
  • Werknemers met een arbeidsovereenkomst van minimaal 4/5de;
  • Gepensioneerden.

Hiernaast geeft de wet verenigingswerk nadrukkelijk aan dat de diensten moeten plaatsvinden in de vrije tijd. In tegenstelling tot bij diensten van burger tot burger mag het wel met enige regelmaat gebeuren.

Let wel op:Wanneer de werknemer thematisch verlof of tijdskrediet geniet, moet hij of zij bij de RVA aftoetsen of de premie wel cumuleerbaar is met de vergoeding voor het verenigingswerk. Anders kan er wel eens een onaangename terugvordering in de bus belanden…

Wat is de verenigingswerk vergoeding?

De wet verenigingswerk geeft eveneens aan hoe hoog de verenigingswerk vergoeding mag zijn. Deze verenigingswerk vergoeding bestaat niet alleen uit een onkostenvergoeding maar ook uit een financiële beloning. Echter hoeft dat geen verplichting te zijn: ook onbezoldigd verenigingswerk is immers mogelijk.

Bovendien legt de wet verenigingswerk een aantal grenzen op. Voor verenigingswerk in 2019 gaat het om:

  • Maximaal €1.041,66 per maand; en
  • Maximaal €6.250,- per jaar.

Voor de ontvanger van de verenigingswerk vergoeding is het sowieso fiscaal interessant, want de verenigingswerk vergoeding blijft onbelast. Wel is het opletten geblazen want de maximumgrenzen gelden voor alle vormen van onbelast bijverdienen. Het gaat met andere woorden om de optelsom van verenigingswerk, activiteiten in de deeleconomie en occasionele diensten van burger aan burger.

Het is belangrijk dat de jaargrens niet wordt overschreden, want anders worden alle bijverdiensten als beroepsinkomsten belast en dat zowel dit als volgend jaar. Indien de maandgrens wordt overschreden zijn de gevolgen iets minder drastisch. Dan is de verenigingswerk vergoeding voor die maand een beroepsinkomst maar telt het bovendien wel mee voor de jaargrensberekening. Een kwalificatie als beroepsinkomsten levert hoe dan ook een inhouding van sociale bijdragen op.

Vergoeding verenigingswerk boekhouden

Wat de boekhoudkundige verwerking van de verenigingswerk vergoeding betreft, blijken er soms een aantal misverstanden te bestaan. Onder andere het CBN-advies 2019/05 heeft daarom een aantal zaken duidelijk gemaakt. In de eerste plaats geeft men aan dat het niet om een bezoldiging gaat. Daarom mag de verenigingswerk vergoeding niet worden opgenomen onder rekening 62. Ook rekeningen 617 en 618 zijn niet toegelaten. In de praktijk moet de verenigingswerk vergoeding, net zoals de vrijwilligerswerk vergoeding, onder één van de subrekeningen van rekening 61 (diensten en diverse goederen) worden geboekt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here