DELEN

Een verkoop komt vandaag de dag lang niet alleen meer tot stand in een fysieke winkel. Webshops, telefonische verkopers en marktkramers: allen proberen ze hun producten aan de man te brengen. Het Belgisch kooprecht nam de laatste jaren dan ook fors toe, gelet op de veelheid aan situaties die wettelijke regeling dienen te genieten. Hieronder volgt een overzicht van de wettelijke regels bij het verkopen in en uit de winkel. Starten doen we met de klassieke regels die onlosmakelijk verbonden zijn aan iedere koop-verkoopovereenkomst. Nadien hebben we aandacht voor bijzondere situaties zoals de internationale verkoop. Afronden doen we dan weer met de regels aangaande marktpraktijken.

Klassieke regels bij verkopen in en uit de winkel

Het Burgerlijk Wetboek regelt een en ander met betrekking tot de koop-verkoopovereenkomst. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de rechten en de verplichtingen van de koper en de verkoper. Bovendien komen ook de vereisten voor een geldige verkoop er uitgebreid aan bod. Minstens even interessant zijn de bewijsrechtelijke regels en de bepalingen met betrekking tot de overdracht van het eigendom en het risico.

De vier vereisten voor een geldige verkoop

De koop-verkoopovereenkomst is in België strikt gereglementeerd. Opdat er effectief sprake kan zijn van een verkoop moet er dan ook voldaan zijn aan een aantal geldigheidsvereisten. In de eerste plaats moet er een wilsovereenstemming bereikt zijn. Een afdingcultuur hebben we hier niet, maar hoe dan ook zullen de besprekingen de partijen niet binden. Pas wanneer er effectief overeenstemming tussen de partijen bestaat, kan de koop-verkoopovereenkomst tot stand komen.

Hiernaast mag er geen sprake zijn van wilsgebreken. Zo zal je als verkoper de zaken nooit anders mogen voorstellen of de klant niet mogen laten dwalen in zijn visie op de zaak: het moet duidelijk zijn wat de klant koopt en waartoe het zoal geschikt is. Ook bedrog zal om diezelfde reden in de nietigheid van de verkoop resulteren. Hiernaast moet de koper ook bekwaam zijn. Vooral wanneer iemand onder invloed blijkt te zijn, denk je maar beter even na of je al dan niet een verkoopovereenkomst aangaat. Voor de aankoop van een broodje zal dat waarschijnlijk weinig problemen opleveren, maar bij een duur schilderij is dat natuurlijk een andere zaak.

Tot slot kan je alleen een geldige verkoop sluiten indien het voorwerp in de handel is. Verboden wapens, drugs of andere door een of andere wetsbepaling verboden goederen kunnen dus nooit aanleiding geven tot een geldige koop-verkoopovereenkomst.

Verplichtingen van de koper en verkoper

De verplichtingen van de koper en verkoper zullen steeds voortvloeien uit de (contractuele) afspraken die de partijen maakten. Anderzijds gaat een koop-verkoopovereenkomst steeds samen met enkele wettelijke verplichtingen.

Zo is de verkoper gehouden tot de levering van het verkochte goed (al dan niet in zijn winkel) en dit in de staat waarin het zich bevond op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst. Hiernaast moet de verkoper de koper vrijwaren voor uitwinning en verborgen gebreken. Eventueel kan de verkoper ook gehouden zijn tot een garantieplicht (zie verder).

De koper heeft dan weer twee essentiële verplichtingen: het gekochte goed ook effectief in ontvangst nemen (hij mag het na betaling niet achterlaten in de winkel) en het betalen van de koopprijs.

Bewijs van de koop-verkoopovereenkomst

Voor de aankoop van een brik melk zullen we vast geen contract opmaken. Voor de aankoop van een duur schilderij zullen we dan wel weer een en ander op papier zetten.

Ten aanzien van particulieren ligt de magische grens op 375 euro*. Indien de waarde van het gekochte goed hoger is dan die grens, dan zal hier op bewijsrechtelijk vlak steeds een geschrift en een handtekening aanwezig moeten zijn. Wettelijk verplicht is het niet, bewijsrechtelijk is het echter wel aangeraden. Onder de grens van 375 euro geldt vrijheid ten aanzien van particulieren: zelfs een getuigenbewijs volstaat. Hier is een geschrift bewijsrechtelijk aangeraden, maar hoeft de afwezigheid niet automatisch in problemen te resulteren.

Weet dat die grensbedragen niet gelden ten opzichte van handelaars: hier is het bewijs steeds vrij. Ook bij verkopen hoger dan 375 euro ben je bewijsrechtelijk niet verplicht om een en ander op papier te zetten.

*Met de invoeging van het boek 8 ‘Bewijs’ in het Burgerlijk Wetboek, zal het plafond van 375 euro verhoogd worden tot 3.500 euro.

Overdracht van het risico bij koop

De overdracht van het risico volgt in principe de eigendomsoverdracht: van zodra er wilsovereenstemming tussen de partijen bereikt is, gaat ook het risico over van verkoper naar koper. Het feit dat het product zich op dat moment nog in de verkoopruimte bevindt, doet daar geen afbreuk aan. Eventuele beschadigingen aan het goed ten gevolge van overmacht (bv. wateroverlast) in de winkel van de verkoper, zijn in dat geval toch ten laste van de koper.

Bij grote aankopen zal men daarom vaak een en ander contractueel regelen. Vaak kiest men dan voor een beding tot eigendomsvoorbehoud: het eigendomsrecht gaat pas over op het moment van betaling van de volledige verkoopprijs. Vooral bij gespreide betalingen is zo’n beding veelvoorkomend. Aan die clausule koppelt men dan een beding tot risico-overdracht: het risico gaat al vroeger over. Namelijk op het moment van de levering.

Garantie bij verkoop van producten

Een professionele verkoper heeft in principe alleen een wettelijke garantieplicht ten aanzien van consumenten. Bovendien moet het gaan om consumptiegoederen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan de verkoper die garantieplicht afzwakken. Uitbreiden is echter altijd mogelijk. Zo kan de handelaar bijvoorbeeld beslissen om een commerciële garantie toe te kennen aan een andere handelaar-koper.

Garantieplicht bij consumenten

Indien het een verkoop van consumptiegoederen aan particulieren betreft, is de verkoper gehouden tot een wettelijke garantieplicht. Het begrip consumptiegoederen geniet hierbij een ruime interpretatie: alle verplaatsbare, tastbare en zichtbare zaken vallen onder die noemer (bv. vleeswaren, een broodrooster en schoenen).

Deze wettelijke garantie bedraagt in principe twee jaar en kan eventueel uitgebreid worden met een commerciële garantie. Een contractuele vermindering van de wettelijke garantietermijn kan enkel indien het om tweedehandsgoederen gaat: dan kan men de garantietermijn beperken tot één jaar.

Commerciële garantie

De verkoper kan eveneens op vrijwillige basis een extra verplichting aangaan. Zo kan men bijvoorbeeld een extra commerciële garantie toekennen die verder gaat dan de wettelijke garantieplicht. Ook ten aanzien van handelaren kan men zo’n commerciële garantie al dan niet gratis toekennen. Soms gaat de commerciële garantie ook uit van de personen hogerop in de verkoopketen: in zo’n geval staat er meestal een langere garantietermijn aangegeven op de verpakking.

Zo’n commerciële garantie kan ook tegen betaling verkregen worden. Zo zien we dat steeds meer elektroketens tegen betaling een garantie van vijf jaar toekennen op de door hen verkochte producten.

Bijzondere overeenkomsten inzake koop van goederen

Hoewel het Burgerlijk Wetboek uitgebreid aandacht heeft voor de koop-verkoopovereenkomst, bestaan er ook een aantal varianten die steeds vaker voorkomen in de economische realiteit. Vaker wel dan niet gaat het om bijzondere overeenkomsten die gebruikt worden bij duurdere of meer ingewikkelde aankopen. Denk maar aan de aankoop van een sportwagen, een onroerend goed of een kunstwerk. Een korte toelichting is echter ook hier op zijn plaats.

Eenzijdige verkoopbelofte of optie

Bij een eenzijdige verkoopbelofte belooft de verkoper aan de andere partij om hem een goed te verkopen voor een bepaalde prijs. Meestal wordt overeengekomen hoe lang de optie blijft bestaan. Zo heeft de potentiële koper bijvoorbeeld een termijn van veertien dagen om te beslissen of hij de optie al dan niet zal lichten. Indien hij de optie licht, komt de koop tot stand.

Koop met commandverklaring

Bij een koop met commandverklaring heeft de koper het recht om na het sluiten van de koopovereenkomst een andere persoon als koper aan te duiden. De oorspronkelijke koper is slechts een tussenpersoon. Tussen de tussenpersoon en de uiteindelijke koper bestaat een aparte overeenkomst. Het gaat hierbij niet om een wederverkoop: de tussenpersoon verdwijnt uit de keten. Op die manier wordt voorkomen dat men bijvoorbeeld twee maal belastingen of registratierechten zou moeten betalen.

Het voornaamste doel is hierbij het anoniem karakter van de andere partij behouden tijdens de totstandkoming van de koop-verkoopovereenkomst. De koop met commandverklaring kan bijvoorbeeld gebruikt worden in het kader van (familie)ruzies maar ook voor het kopen van goederen door een concurrent.

Koop op proef

De koop op proef is eigenlijk een klassieke koop-verkoopovereenkomst. Het verschil schuilt louter in de ermee verbonden opschortende voorwaarde: de verkochte zaak moet beantwoorden aan de verwachtingen van de koper. Hieraan zijn vervolgens een aantal voorwaarden verbonden om willekeur uit te sluiten. Na vervulling van die voorwaarden zal de uiteindelijke koop-verkoopovereenkomst pas tot stand komen.

Internationale verkoop en de toepasselijke regels

Bij een internationale verkoop spreken we van grensoverschrijdend rechtsverkeer: verschillende rechtsstelsels kunnen van toepassing zijn. Om problemen te voorkomen zullen partijen echter vaak het toepasselijk recht en de bevoegde rechter aanwijzen. Is dat niet het geval, dan zal het internationaal recht duidelijkheid moeten scheppen.

Welke rechter bevoegd is, volgt meestal uit de Brussel Ibis-verordening. Deze verordening is van toepassing op de EU-lidstaten en op Denemarken. Voorwaarde is wel dat de verweerder zijn woonplaats heeft binnen een lidstaat van de Europese Unie. Conform deze verordening is de rechter van de gewone verblijfplaats van de verweerder bevoegd. In sommige gevallen is er echter sprake van een exclusieve bevoegdheid of een bijzondere bevoegdheid. Indien de Brussel Ibis-verordening niet van toepassing is, zullen andere internationale bepalingen de bevoegde rechter aanwijzen.

Meestal zullen de partijen via een forumbeding zelf de internationaal bevoegde rechter aanduiden. Hoe dan ook kunnen de Belgische rechters voorlopige of bewarende maatregelen nemen in dringende gevallen. De goederen moeten zich dan wel op het moment van de instelling van de vordering in België bevinden.

Regels aangaande marktpraktijken

Niet alleen het Burgerlijk Wetboek is belangrijk. Zo regelt het Wetboek Economisch Recht ook een aantal marktpraktijken, waarbij het voornamelijk focust op de consumentenbescherming. Denk aan een ruimer herroepingsrecht en precontractuele informatieverplichtingen. De voornaamste regels aangaande marktpraktijken en consumentenbescherming zijn hieronder weergegeven.

Aanduiding van prijzen

Bij verkoop van producten aan consumenten moet de ondernemer de voorschriften inzake prijsaanduiding respecteren. Zo moet de prijs schriftelijk en ondubbelzinnig zijn weergegeven, voldoende leesbaar zijn en goed zichtbaar zijn. De prijs moet een alles-inclusiefprijs zijn: inclusief extra kosten, btw, taksen… Bovendien moet de prijs steeds in euro zijn weergegeven. Wel mag men hiernaast ook de prijs in andere valuta weergeven, zonder dat die aanduiding verwarring mag veroorzaken.

Reclame voeren

De wetgever heeft eveneens een en ander inzake het voeren van reclame gereglementeerd.

Bij vergelijkende reclame mag men de goede naam van de concurrent bijvoorbeeld niet schaden en mag het geen oneerlijk voordeel opleveren. De vergelijking moet bovendien objectief en controleerbaar zijn en mag geen verwarring stichten. Bij twijfel contacteer je best even de economische inspectie om vooraf een en ander voor te leggen.

Meer algemeen mag reclame niet misleiden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn door (gedeeltelijk) onjuiste informatie te verspreiden of indien de algemene prestatie bedriegt of kan bedriegen. Reclame kan overigens ook aanleiding geven tot afdwingbare beloftes. Dat is onder andere het geval indien de publiek aanwezige reclame beloftes doet aangaande een garantie.

Solden en verkoop met verlies

Waar er in principe vrijheid is wat betreft de verkoop van producten die in de handel zijn, legt de wetgever toch een aantal beperkingen op. Veel heeft te maken met de bescherming van de markt.

Zo is het in principe verboden om met verlies te verkopen. Ook zeer beperkte winstmarges kunnen problemen opleveren. Wel heeft de wetgever een aantal uitzonderingen voorzien. Onder andere tijdens de solden of bij een uitverkoop zijn afwijkingen mogelijk. De wintersolden beginnen hierbij op 3 januari en duren tot 31 januari. De zomersolden lopen dan weer van 1 juli tot en met 31 juli.

Verkoop op afstand

Bij een verkoop op afstand vindt de wetgever de consument extra beschermwaardig. Het gaat hierbij om de verkoop van goederen via een communicatietechniek. Denk bijvoorbeeld aan de online webshop of aan televerkoop.

Hier heeft de consument een herroepingsrecht van minimaal veertien dagen. Bovendien rust er een uitgebreide informatieplicht op de verkoper en moet de overeenkomst binnen dertig werkdagen na de bestelling uitgevoerd worden. Wel kunnen partijen over dat laatste anders overeenkomen.

Verkoop buiten de onderneming

Niet alleen bij elektronische verkoop op afstand biedt de wetgever de consument extra bescherming. Ook bij een verkoop buiten de onderneming (bijvoorbeeld aan de deur of op een beurs) is dat het geval. Zo is er ook hier sprake van een uitgebreide informatieverplichting en is er een bedenktermijn van veertien dagen van toepassing.

Rustdag en openingsuren

De openingsuren van handelaars worden wettelijk geregeld. In principe zijn dagwinkels verplicht om hun zaak te sluiten van 21 uur tot 5 uur op vrijdagen en op werkdagen die een wettelijke feestdag voorafgaan. Op andere dagen moeten ze dan weer sluiten van 20 uur tot 5 uur. De wetgever heeft onder andere uitzonderingen voorzien voor winkels in tankstations, winkels in luchthavens, videotheken, tabakswinkels en tijdschriftenwinkels. Voor nachtwinkels gelden logischerwijs andere regels. Zij mogen open zijn van 18 uur tot 7 uur.

Hiernaast dient de vestiging wekelijks gedurende een ononderbroken periode van 24 uur gesloten te zijn. Deze periode moet in principe ’s zondags beginnen om 5 uur of 13 uur, maar er kan ook een andere wekelijkse rustdag gekozen worden.

Belangrijk om te weten is dat er heel wat afwijkingen mogelijk zijn. Zo kan onder andere de gemeente andere rustdagen of openingsuren opleggen. Ook kan het college van burgemeesters en schepenen maximaal vijftien afwijkingen per jaar en per vestiging toestaan.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here