De pensioenrechten in België volgen een onderverdeling op basis van vier pijlers. In de tweede pijler vinden we onder andere de groepsverzekering terug. De groepsverzekering situeert zich binnen de arbeidsrechtelijke sfeer en biedt extra sociale voordelen aan het personeel. Verworven rechten blijven daarbij behouden. Toch is het niet altijd duidelijk wat er met de groepsverzekering moet gebeuren wanneer de werknemer opstapt. Hieronder zijn de verschillende keuzes toegelicht waar ik ook een woordje uitleg bijgeef.
Lees ook: Alles over de pensioenen in België
Wat is een groepsverzekering?
Een groepsverzekering is een vorm van pensioensparen via de werkgever. De groepsverzekering wordt op het initiatief van de werkgever afgesloten. Hierbij zijn er twee regimes mogelijk. Enerzijds kan de werkgever de volledige verzekeringspremie betalen en anderzijds kunnen zowel de werkgever als de werknemer elk een deel van de verzekeringspremie betalen. Niet alleen fiscaal gezien heeft dat andere gevolgen, maar ook voor de berekening van de verbrekingsvergoeding.
De groepsverzekering wordt aangeboden voor alle werknemers en mag dan ook niet in verwarring worden gebracht met de IPT die ook voor één individuele werknemer kan worden afgesloten. Niet voor niets wordt zo’n IPT ook al eens de groepsverzekering bedrijfsleider genoemd…
Wat moet je met de groepsverzekering doen als de werknemer opstapt?
Het opgebouwde kapitaal behoort tot het eigendom van de werknemer. Als werkgever kan je er met andere woorden niet over beslissen. Anderzijds zijn ook de keuzemogelijkheden van de werknemer beperkt. Wat de mogelijkheden zijn, lees je hieronder.
Werkgever kan niet morrelen aan verworven rechten
Aan verworven rechten kan niet worden geraakt. Deze verworven rechten kunnen niet verminderen of verdwijnen. Echter zijn deze rechten nog niet verworven op het moment van de betaling van de verzekeringspremie. Vroeger stond er in het groepsverzekeringsreglement al eens een anciënniteitsvoorwaarde van één jaar eer er verworven rechten waren op de opgebouwde reserves. Sinds 1 januari 2019 zijn dergelijke afspraken echter niet meer mogelijk.
Werknemer laat het gespaarde kapitaal staan
Wanneer de werknemer geen keuze maakt of niets doet, dan blijft het contract gewoon behouden. Wel moeten zowel de werkgever als de werknemer geen premies meer storten, maar wat gespaard is blijft gewoon behouden. Ook afspraken zoals deze over de rentevoet blijven gewoon behouden. Wanneer de werknemer vervolgens op pensioen gaat, zal de verzekeringsmaatschappij contact opnemen voor de uitbetaling van de prestaties. Dat blijkt in de praktijk al eens een aangename verrassing te zijn, zeker wanneer men al lang niet meer weet dat men aangesloten was bij zo’n groepsverzekering. Toch is dit niet altijd de aangenaamste piste, omdat de overlijdensdekking soms ophoudt indien je geen actie onderneemt.
Overzetten naar groepsverzekering nieuwe werkgever
Indien de werknemer in dienst treedt bij een nieuwe werkgever, kan de werknemer de verworven rechten meenemen naar de groepsverzekering van de nieuwe werkgever. Uiteraard kan dat enkel indien de nieuwe werkgever ook zelf een groepsverzekering aanbiedt. Dit heeft het voordeel van de duidelijkheid, omdat de gespaarde pensioenkapitalen gecentraliseerd blijven.
Vervroegde opname groepsverzekering? Enkel uitbetaling groepsverzekering bij pensioen
Vroeger kon je inderdaad de groepsverzekering laten uitbetalen. Sinds 2010 kan dat enkel nog bij pensionering, hoewel er enkele specifieke uitzonderingen zijn voorzien. Let wel op, want in de praktijk is een voortijdige uitbetaling van de groepsverzekering fiscaal niet interessant:
- Belasting op groepsverzekering bij wettelijke pensioenleeftijd en volledige loopbaan: 10,09%
- Belasting groepsverzekering bij voortijdige opname: groepsverzekering berekenen i.f.v. de praktijksituatie. Het belastingtarief kan daarbij oplopen tot 20,19%.