Een uitvinding, een merknaam of zelfs een domeinnaam: ze hoeven niet wereldschokkend of bijzonder innoverend te zijn om heel belangrijk te zijn voor jouw onderneming. En daarom kan je ze maar beter beschermen. In zo’n geval kom je terecht in de wondere wereld van intellectuele eigendomsrechten. Wat is intellectueel eigendom? Wat is intellectueel eigendomsrecht? En hoe krijgt de bescherming van de intellectuele eigendom vorm? Hieronder een kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht.
Wat is intellectueel eigendom?
Intellectueel eigendom zijn is een voortbrengsel uit de menselijke geest. Intellectueel eigendom is dan ook een heel ruim begrip. Het kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een leuk gedichtje of een mooie tekening, maar ook op een kunstwerk, een industriële uitvinding of een merknaam. Sommige vormen van intellectueel eigendom genieten automatisch bescherming van zodra ze zijn veruitwendigd, maar voor andere vormen van intellectueel eigendom moet deze bescherming worden aangevraagd.
Wat zijn intellectuele eigendomsrechten?
Intellectuele eigendomsrechten zijn de rechten waarover een eigenaar van intellectueel eigendom beschikt. Net zoals iemand eigendomsrechten kan hebben op een auto of een televisietoestel, kan iemand ook eigendomsrechten hebben op voortbrengsels van de menselijke geest. Toch is er een grote scheidingslijn tussen de twee. Een houder van materiële eigendomsrechten mag bijvoorbeeld zijn auto aanpassen en in een andere kleur spuiten of er stickers op aanbrengen. Wat hij echter niet mag doen, is de auto volledig namaken en de kopieën ervan verkopen. Dat komt omdat het ontwerp of de uitvinding van de auto tot het intellectueel eigendomsrecht van de fabrikant behoort.
Een van deze intellectuele eigendomsrechten is het recht om over het intellectueel eigendom te beschikken. Dit wil zeggen dat men anderen een licentie kan toekennen, het kan verkopen, wegschenken enzovoort. Hierdoor kan iemand die het niet zelf heeft bedacht, toch over de intellectuele eigendomsrechten beschikken.
Beschermingsregimes voor intellectueel eigendom
Door intellectuele eigendomsrechten te verkrijgen, kan een ander het werk niet zomaar kopiëren of namaken. Hierdoor is het een belangrijke bescherming voor de concurrentiële positie van een onderneming. Sommige intellectuele eigendomsrechten worden automatisch verkregen, maar in andere gevallen is intellectueel eigendom vastleggen eerst verplicht. Ook de mate waarin de intellectuele rechten beschermd worden, kan sterk variëren. Hieronder zijn de verschillende beschermingsregimes weergegeven.
Auteursrecht
Het auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht waarover de maker van een literair of artistiek werk beschikt. De houder van dit intellectueel eigendomsrecht kan zelf beslissen hoe zijn creatie wordt geëxploiteerd, of het mag worden gewijzigd, of er reproducties mogen worden gemaakt enzovoort. De houder van dit intellectueel eigendomsrecht mag het bijvoorbeeld verkopen of een uitgeverij het recht geven om het boek uit te brengen. Hieraan kan hij ook allerlei voorwaarden koppelen.
Als je bijvoorbeeld een cd koopt van Die Anarchistische Abendunterhaltung beschik jij over de eigendomsrechten op de materiële drager. Je mag de cd bijvoorbeeld verkopen via een tweedehandswebsite of het beschieten met een balletjespistool, want het is per slot van rekening jouw eigendom. Wat je echter niet mag doen, is een kopie maken van de muziek en de gemaakte kopietjes verkopen. Ook een filmmaker mag het muziekstukje niet zomaar in zijn film verwerken. Dat mag die filmmaker enkel doen met de toestemming van de houder van het intellectueel eigendomsrecht.
Dit intellectueel eigendomsrecht ontstaat automatisch, maar moet wel steeds worden veruitwendigd. Een goed idee voor een boek volstaat dus niet om bescherming te genieten: je moet het boek ook effectief al geschreven hebben. Bovendien zijn er ook uitzonderingen op bovenstaande regels. Zo mag je een film die jij gekocht hebt wel vertonen binnen je familiekring, bijvoorbeeld wanneer de neefjes en nichtjes op bezoek zijn. Je mag het ook uitlenen aan een vriend of familielid. Maar je mag het niet zomaar verhuren in een videotheek of tonen in een bioscoop.
Naburige rechten
Naburige rechten zijn een verzameling van intellectuele eigendomsrechten die sterk verweven zijn met het auteursrecht. Ook hier gaat het om de bescherming van artistieke bijdragen, maar dan vaak van bedrijven of personen die niet rechtstreeks aan de basis van het werk liggen. Onder andere volgende schakels putten hier intellectuele eigendomsrechten uit:
- Uitvoerende kunstenaars voor de interpretatie die ze tijdens de uitvoering geven (bv. naburige rechten van acteurs in een film)
Uitvoerende kunstenaars hebben ook altijd in de pap te brokken. Zo kunnen zij er zich tegen verzetten dat hun prestaties later in een videoclip van een muziekgroep worden verwerkt. In de praktijk zijn deze naburige rechten echter niet zo relevant, omdat ze via hun overeenkomst met de producent vrijwel altijd deze naburige rechten overdragen.
- Producenten voor de films en fonogrammen die ze financieren
De naburige rechten voor producenten van films en fonogrammen gaat over de rechten van degene die als eerste een film of geluid vastlegt. Zij hebben bijvoorbeeld het recht om een documentaire of film te exploiteren.
- Omroeporganisaties voor programma’s die ze uitzenden
De naburige rechten van omroeporganisaties hebben ten slotte betrekking op de uitzendingen van beelden of klanken via radiogolven. Omroeporganisaties hebben hier ook intellectueel eigendomsrecht op, zelfs wanneer ze niet de producent van de uitzending zijn. Hierdoor mogen anderen niet zomaar kopieën maken van hun uitzendingen of ze streamen via een internetkanaal.
Databankenrecht
In een databank zitten allerlei gegevens die mogelijk niet tot het intellectuele eigendom van de maker van de databank behoren, maar die wel door hem zijn samengesteld. De databank zelf, namelijk de verzameling en ordening van de gegevens, behoort wel tot zijn intellectuele eigendomsrechten. Het gaat hier bijvoorbeeld om databanken van jobsites, databanken met rechtspraak, databanken met vastgoedinformatie enzovoort. De houder van deze intellectuele eigendomsrechten kan zelf beslissen wie toegang krijgt tot de databank en onder welke voorwaarden, maar kan ook anderen verbieden om de databank na te maken of om er zich delen van toe te eigenen.
Topografieën van halfgeleiderproducten
Hier gaat het om de bescherming van halfgeleiders of chips voor elektronische toestellen. Deze intellectuele bescherming heeft betrekking op de topografie (het driedimensionale patroon) van de chip. De houder van het intellectueel eigendomsrecht hierop kan zelf beslissen wie het mag produceren, gebruiken enzovoort. Hierdoor zitten er in Apple-toestellen bijvoorbeeld ook Intel-chips, want Apple mag deze chips niet zomaar zelf maken. De bescherming geldt voor 10 jaar vanaf de eerste commerciële exploitatie.
Octrooirecht
Het octrooirecht is het intellectueel eigendomsrecht op uitvindingen. Hiervoor moet de uitvinding nieuw, inventief, industrieel toepasbaar en geoorloofd zijn. De relativiteitstheorie van Einstein was niet octrooieerbaar omdat het geen duidelijke industriële toepassing had. Een gps die onder andere rekening houdt met deze relativiteitstheorie is dan weer wel octrooieerbaar. Uitvindingen voor chemische oorlogsvoering zijn dan weer niet octrooieerbaar omdat ze niet geoorloofd zijn.
De octrooihouder heeft het recht om zijn uitvinding te exploiteren. Hij kan het als enige op de markt brengen, maar hij kan ook anderen een licentie toestaan of zelfs zijn intellectueel eigendomsrecht verkopen. Om een octrooi te verkrijgen, moet er een octrooiaanvraag worden ingediend. De exclusieve rechten duren dan 20 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan dit langer zijn, bijvoorbeeld voor geneesmiddelen (25 jaar en 6 maanden). Hiervoor moeten bovendien altijd instandhoudingstaksen worden betaald.
De reden waarom het octrooirecht zo streng is en het dus moet worden aangevraagd en beperkt in tijd is, heeft te maken met de visie op uitvindingen: die moeten ten goede komen van de mensheid. Daarom kan een onderneming maar beperkt exclusief geld verdienen aan zijn uitvinding.
Merkenrecht
Het merkenrecht heeft betrekking op tekens die ondernemingen gebruiken om hun producten of diensten te identificeren. Denk bijvoorbeeld aan het teken van Apple of Microsoft. In tegenstelling tot bij een handelsnaam volstaat het niet om het teken louter als eerste te gebruiken, maar er moet echt een merkbescherming worden aangevraagd. Dit is bovendien altijd maar voor een bepaald gebied. Een Beneluxmerk geniet bijvoorbeeld enkel bescherming in België, Nederland en Luxemburg. Wie wereldwijd bescherming wil hebben, moet talloze aanvragen indienen en zal merken dat de rekening al snel oploopt.
Tekeningen- en modellenrecht
Het tekeningen- en modellenrecht gaat over het uiterlijk van een product, met inbegrip van de verpakkingen, de lettertypes enzovoort. Het product kan dus zelf een uitvinding zijn en onder het octrooirecht vallen, maar het uiterlijk van het product kan ook bescherming genieten. Het kan eveneens zijn dat een product geen bijzondere bescherming geniet, maar de verpakking wel. Hierop zijn er wel uitzonderingen voorzien. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om het tekeningen- of modellenrecht te hebben op een shirt met een nazi-swastika. Ook wanneer het uiterlijk louter om functionele redenen is vormgegeven, zoals de hoek waarin scheermesjes zijn geplaatst, is bescherming niet mogelijk.
Kwekersrecht
Het kwekersrecht is vrij ingewikkeld en heeft betrekking op intellectuele eigendomsrechten op rassen van botanische geslachten en soorten. Deze intellectuele eigendomsrechten zijn het resultaat van kweekprogramma’s waar vaak grote investeringen mee gemoeid zijn. Zo kan men bijvoorbeeld een aardappel bekomen die beter tegen droogte kan of een zoetere appel waaraan appelmoesfabrikanten minder suikers moeten toevoegen. De beschermingsduur bedraagt in principe 25 jaar, maar voor aardappelen, wijnstokken en bomen gaat het om een dertigjarige bescherming.
Onder het kwekersrecht kunnen zowel natuurlijke kweekprogramma’s als kunstmatige genenaanpassingen vallen. In sommige gevallen kunnen kunstmatige genenaanpassingen echter ook onder het octrooirecht worden beschermd, omdat het dan ook echt een uitvinding is.